Witgoed belandt nog vaak
in grijze circuit

Witgoed belandt nog vaak in grijze circuit

dinsdag 2 mei

Waar blijven die afgedankte elektrische apparaten die buiten de inzamelsystemen om worden ingezameld en verwerkt? In opdracht van de producenten zocht Hoffmann Bedrijfsrecherche dat uit. De sporen van de ‘grijze’ wasmachines en koelkasten zijn tot over de Europese grenzen getraceerd.

Medio augustus 2016 monteerden de rechercheurs van Hoffmann gps-trackers in 89 afgedankte wasmachines en elf koelkasten. Vervolgens gingen zij met de apparaten op bezoek op 110 tevoren gekozen afleveradressen door het hele land. Zij kwamen bij grote en kleine bedrijven door het hele land met ‘metaalhandel’, ‘(metaal-)recycling’, ‘schroot-‘ of ‘oudijzerhandel’ in de naam, gevestigd op industrieterreinen, woonwagenkampen en het boerenland. Op honderd van die adressen waren de apparaten die de rechercheurs aanboden welkom.

Wasmachines worden zonder enig probleem in alle gevallen aangenomen. Koelkasten liggen moeilijker en worden op slechts de helft van de adressen zonder morren geaccepteerd. De andere helft weigert omdat dit strafbaar is: “dan krijg ik een boete van 750 euro”. Overigens bleek een deel van deze weigeraars alsnog bereid om de koelkast aan te nemen, in combinatie met een wasmachine waarvoor de rechercheur dan geen geld vroeg.

Geen van die bezoekadressen had een WEEELABEX-certificaat. Dat is ook niet vereist zolang je het afgedankte apparaat intact laat en je verre houdt van verwerking. Die verwerking begint bij een snoer afknippen of onderdelen demonteren, en dat mogen op last van de wetgever alleen gecertificeerde bedrijven. De gps-trackers moesten laten zien of de apparaten uiteindelijk bij zo’n gecertificeerde verwerker terechtkomen.

Na inleveren blijken veel van die wasmachines en koelkasten opvallend reislustig. Ze gaan van Soest via Harderwijk naar Joure, of van Veenendaal via Tiel naar ’s-Hertogenbosch. Slechts drie van de honderd ingeleverde apparaten komen in Nederland goed terecht, op een WEEELABEX-gecertificeerde locatie.

Bijna een kwart van de in Nederland ingeleverde apparaten - twintig wasmachines en twee koelkasten - gaan de grens over. Twee wasmachines en beide koelkasten gaan naar een Duits bedrijf met een “jahrzehntelange Tradition im Geschäft mit Schrottrecycling”. Zes wasmachines komen terecht op verschillende ‘scrap terminals’ in België. En de laatste twaalf wasmachines belanden uiteindelijk bij staalfabrieken in Portugal, Marokko en Turkije.

Van een kwart van de ingeleverde apparaten - op één na allemaal wasmachines - is nog niet duidelijk of zij een eindbestemming bereikt hebben of in afwachting daarvan op een hoop bij een metaalhandel liggen. De kans dat zij alsnog in de gecertificeerde verwerking terechtkomen, lijkt niet groot.

Het eindresultaat stemt niet vrolijk. Slechts drie procent van de apparaten komt goed terecht. Een kwart heeft ‘WEEELABEX-potentieel’ en kan binnen een grotere metaalverwerkende groep op de gecertificeerde verwerkingsstraat terechtgekomen zijn. Meer dan zeventig procent blijkt terecht te komen op een ‘scrap yard’ of bij een metaalverwerker die niet gecertificeerd is en vooral oog heeft voor het metalen omhulsel van de wasmachines.

Conclusie moet zijn dat de afgedankte apparaten die worden ingeleverd bij metaal- en schroothandelaren in het overgrote deel van de gevallen niet de verantwoorde verwerking krijgen die de wetgever eist. Hier ligt een uitdaging voor de handhaving van de inspecteurs van ILT en van de metaalverwerkende sector zelf. De bevindingen van het onderzoek zijn inmiddels gedeeld met ILT en ILT heeft toegezegd bij deze bedrijven te handhaven.


Zoetermeer, 2 mei 2017